Het rapport 'World Health Statistics' is de jaarlijkse compilatie van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) met de meest recente gegevens over gezondheid en gezondheidsgerelateerde indicatoren voor haar 194 lidstaten. De editie van 2021 weerspiegelt de status quo van de wereld vlak vóór de COVID-19-pandemie, die veel van de vooruitgang van de afgelopen jaren dreigt teniet te doen. Het presenteert gezondheidstrends van 2000 tot 2019 in verschillende landen, regio's en inkomensgroepen, met de meest recente gegevens voor meer dan 50 gezondheidsgerelateerde indicatoren voor de SDG's en het Dertiende Algemene Werkprogramma (GPW 13) van de WHO.
Hoewel COVID-19 een crisis van historische omvang is, biedt het ook kansen om de wereldwijde samenwerking snel op te schalen en langdurige datalacunes op te vullen. Het rapport uit 2021 presenteert gegevens over de menselijke tol van de COVID-19-pandemie en benadrukt het belang van het monitoren van ongelijkheden en de urgentie om tijdige, betrouwbare, bruikbare en uitgesplitste data te produceren, verzamelen, analyseren en rapporteren om onze wereldwijde doelen weer op koers te krijgen.
Impact van COVID-19 op de volksgezondheid
COVID-19 brengt grote uitdagingen met zich mee voor de gezondheid en het welzijn van de bevolking wereldwijd en belemmert de vooruitgang bij het behalen van de SDG's en de Triple Billion-doelstellingen van de WHO.
De Triple Billion-doelstellingen van de WHO vormen een gedeelde visie van de WHO en haar lidstaten, die landen helpen de SDG's sneller te realiseren. Ze beogen tegen 2023: een miljard meer mensen die genieten van een betere gezondheid en welzijn, een miljard meer mensen die profiteren van universele gezondheidszorg (gedekt door gezondheidsdiensten zonder financiële problemen te ondervinden) en een miljard meer mensen die beter beschermd zijn tegen noodsituaties op gezondheidsgebied.
Per 1 mei 2021 waren er meer dan 153 miljoen bevestigde COVID-19-gevallen en 3,2 miljoen gerelateerde sterfgevallen gemeld bij de WHO. De regio Noord- en Zuid-Amerika en de Europese regio zijn het zwaarst getroffen. Samen vertegenwoordigen ze meer dan driekwart van de wereldwijd gemelde gevallen, met respectievelijk 6114 en 5562 besmettingscijfers per 100.000 inwoners. Bijna de helft (48%) van alle gemelde COVID-19-gerelateerde sterfgevallen vond plaats in de regio Noord- en Zuid-Amerika en een derde (34%) in de Europese regio.
Van de 23,1 miljoen gevallen die tot nu toe in Zuidoost-Azië zijn gemeld, wordt meer dan 86% toegeschreven aan India. Ondanks de wijdverspreide verspreiding van het virus lijken de COVID-19-gevallen zich tot nu toe voornamelijk te concentreren in landen met een hoog inkomen (HIC's). De 20 meest getroffen HIC's zijn goed voor bijna de helft (45%) van alle COVID-19-gevallen wereldwijd, maar vertegenwoordigen slechts een achtste (12,4%) van de wereldbevolking.
COVID-19 heeft langdurige ongelijkheden tussen inkomensgroepen aan het licht gebracht, de toegang tot essentiële medicijnen en gezondheidsdiensten verstoord, de capaciteit van de wereldwijde gezondheidszorgwerkers op de proef gesteld en aanzienlijke hiaten in de gezondheidsinformatiesystemen van landen blootgelegd.
Terwijl gebieden met veel middelen te maken hebben met uitdagingen die te maken hebben met overbelasting van de gezondheidszorg, brengt de pandemie ernstige uitdagingen met zich mee voor zwakke zorgstelsels in gebieden met weinig middelen. Bovendien brengt de pandemie de met moeite verworven winst op het gebied van gezondheid en ontwikkeling van de afgelopen decennia in gevaar.
Gegevens uit 35 landen met een hoog inkomen laten zien dat preventief gedrag afneemt naarmate de overbevolking in huishoudens (een maatstaf voor de sociaaleconomische status) toeneemt.
In totaal gaf 79% (mediaanwaarde van 35 landen) van de mensen die in huishoudens met weinig mensen wonen aan dat ze probeerden fysiek afstand te nemen van anderen, vergeleken met 65% in huishoudens met extreem veel mensen. Regelmatig dagelijks handen wassen (handen wassen met water en zeep of handdesinfecterende middelen gebruiken) kwam ook vaker voor bij mensen die in huishoudens met weinig mensen woonden (93%) dan bij mensen die in huishoudens met extreem veel mensen woonden (82%). Wat betreft het dragen van mondkapjes in het openbaar: 87% van de mensen die in huishoudens met weinig mensen woonden, droeg de afgelopen zeven dagen altijd of bijna altijd een mondkapje in het openbaar, vergeleken met 74% van de mensen die in extreem veel mensen woonden.
De combinatie van omstandigheden die verband houden met armoede, beperkt de toegang tot gezondheidszorg en op bewijs gebaseerde informatie, terwijl risicogedrag toeneemt.
Naarmate de overbevolking in huishoudens toeneemt, neemt het preventieve COVID-19-gedrag af
Plaatsingstijd: 28 juni 2020